De Linschoten-Vereeniging werd op 7 maart 1908 opgericht door een aantal historici, zakenlieden en oud-zeevarenden die zich bijzonder interesseerden voor het reisverhaal. Met Jan Huygen van Linschoten voor ogen, de man die aan het einde van de zestiende eeuw zijn reisgeschriften publiceerde en daarmee voor handelaars en avonturiers uit de Nederlanden de zeeweg naar Azië openlegde, wilden ze de fascinerende wereld van historische reizen ontsluiten en de bronnen hierover publiceren.
In Nederlandse en Belgische bibliotheken, archieven en particuliere verzamelingen liggen nog talrijke reisverhalen te wachten op ontdekking. In 2023 verschijnt deel 123 in de reeks "Werken van de Linschoten-Vereeniging", over een Gentse priester die in de achttiende eeuw naar India reisde - en er staan nog een heleboel nieuwe projecten op stapel.

Fragment uit het reisjournaal van De Swarte Leeuw

De Linschoten-Vereeniging telt nu meer dan 500 enthousiaste leden die allemaal geïnteresseerd zijn in maritieme geschiedenis, cartografie en ontdekkingstochten, of die gewoon graag met een mooi boek in de hand in gedachten over land en zee meereizen. Door lid te worden van de Linschoten-Vereeniging steunt u deze doelstelling en maakt u het mogelijk dat bijzonder historisch erfgoed toegankelijk wordt gemaakt. In ruil daarvoor kunnen leden aan een voordelige prijs publicaties van de Linschoten-Vereeniging kopen. Leden worden natuurlijk ook uitgenodigd voor de activiteiten van de vereniging, zoals de jaarlijkse voorstelling van een nieuw deel in de reeks Werken, op een historisch verantwoorde locatie en omkaderd met een toepasselijke lezing of tentoonstelling.

 Hoe het in 1908 begon

 Het was zaterdagmiddag, 22 februari 1908. Acht heren ontmoetten elkaar in de Haagse residentie van zakenman en Perziëkenner Albert Hotz. Samen met uitgever Wouter Nijhoff had deze het plan opgevat om een genootschap op te richten dat "de uitgave zou bezorgen van oude Nederlandsche reizen".
Iets meer dan een week later was de Linschoten-Vereeniging een feit.